Mijn Filosofie
door L. Ron Hubbard
(vervolg)

Daarom heeft de Mensheid sinds 1950 bij me aangeklopt. Het maakte niet uit waar ik woonde of hoe ver ik uit de buurt was. Sinds ik een boek* over dit onderwerp heb gepubliceerd, is mijn leven niet meer alleen van mijzelf.

Ik help anderen graag en ik reken het tot mijn grootste genoegens in het leven om te zien hoe iemand zichzelf bevrijd uit de schaduwen die zijn leven versomberen.

Die schaduwen lijken voor hem zo dicht te zijn en drukken zo zwaar op hem dat, zodra hij erachter komt dat het schaduwen zijn en dat hij erdoorheen kan kijken, erdoorheen kan lopen en opnieuw in de zon kan staan, hij ontzettend opgetogen is. En ik ben bang dat ik dan net zo opgetogen ben als hij.

Ik heb veel menselijk leed gezien. Ik was nog erg jong toen ik door Azië zwierf en het leed en de verschrikkingen zag van overbevolkte en onderontwikkelde landen. Ik heb op straat mensen gezien die zonder zich erom te bekommeren over stervenden heenstapten. Ik heb kinderen gezien die niet veel meer waren dan een skelet met wat vodden aan. En te midden van deze armoede en vernedering trof ik heilige plaatsen aan waar van grote wijsheid sprake was, maar waar zij zorgvuldig verborgen werd gehouden en alleen als bijgeloof aan de mensen werd gegeven. Later, aan de westerse universiteiten, zag ik de Mens geobsedeerd door materialistische zaken en zag ik hem, met al zijn vernuft, het kleine beetje wijsheid dat hij werkelijk had, verbergen in de kille tempels van de wetenschap en het onbereikbaar maken voor de gewone en minder bevoorrechte mens. Ik heb een afschuwelijke oorlog doorgemaakt en ik heb de verschrikking en de pijn ervan gezien die met geen enkel woord van fatsoen of menselijkheid werden verzacht. Ik heb niet in afzondering geleefd en voel minachting voor de wijze die niet heeft geleefd en voor de geleerde die niet van plan is zijn kennis te delen.

Ik help anderen graag en ik reken het tot mijn grootste genoegens in het leven om te zien hoe iemand zichzelf bevrijd uit de schaduwen die zijn leven versomberen.

Er zijn vele mensen geweest, wijzer dan ik, maar weinigen hebben evenveel wegen bewandeld.

Ik heb het leven gezien in al zijn facetten. Ik weet hoe het eruitziet, van diverse kanten bezien. En ik weet dat er wijsheid is, en hoop.

Toen ik aan het einde van de Tweede Wereldoorlog blind was ten gevolge van beschadigde oogzenuwen en verlamd wegens verwondingen aan mijn heup en rug, ging ik een haast uitzichtloze toekomst tegemoet. Mijn dossier met mijn staat van dienst vermeldt: “deze officier heeft geen enkele neurotische of psychotische tendens van welke aard dan ook”, maar het vermeldde ook: “blijvende lichamelijke ongeschiktheid”. En toen kreeg ik de volgende klap – ik werd door mijn familie en vrienden in de steek gelaten omdat er verondersteld werd dat ik voor altijd kreupel zou blijven en voor hen een last zou gaan betekenen voor de rest van mijn leven. Toch slaagde ik erin binnen twee jaar weer gezond en sterk te worden, waarbij ik alleen gebruikmaakte van wat ik wist en van wat ik kon vaststellen omtrent de Mens en zijn relatie tot het universum. Ik had niemand om me te helpen; wat ik moest weten, daar moest ik maar zien achter te komen. En het is een hele kunst om te studeren zonder dat je kunt zien. Ik raakte eraan gewend te horen dat het allemaal onmogelijk was en dat er geen uitweg was, geen hoop. Toch lukte het me om weer te zien en weer te lopen, en ik bouwde een heel nieuw leven op. Het is een gelukkig leven, een druk en naar ik hoop nuttig leven. Mijn enige trieste momenten zijn de momenten waarop onverdraagzame fanatici andere mensen vertellen dat alles slecht is en dat er geen uitweg meer is, geen hoop, alleen maar verdriet en eenzaamheid, dat alles altijd hetzelfde blijft en dat elke poging om anderen te helpen bedrog is. Ik weet namelijk dat het niet waar is.

Dus mijn eigen filosofie is dat men elk stukje wijsheid dat men heeft moet delen, dat men anderen moet helpen zichzelf te helpen, en dat men het bij tegenspoed niet moet opgeven, want na regen komt zonneschijn. En stoor je niet aan de spottende kreten van de zelfzuchtige intellectueel, zoals: “Geef de geheimen niet prijs. Laten we het voor ons zelf houden. De mensen begrijpen het toch niet.”

Maar aangezien ik wijsheid die men voor zichzelf houdt nog nooit iets goeds heb zien doen, en aangezien ik anderen graag gelukkig zie en merk dat de grote meerderheid van de mensen haar kan begrijpen en haar ook echt begrijpt, ga ik zolang ik leef door met schrijven, werken en onderrichten.

Want ik ken geen mens die het monopolie heeft op de wijsheid van dit universum. Zij behoort aan hen die haar kunnen gebruiken om zichzelf en anderen te helpen.

Als de dingen een beetje beter bekend en begrepen zouden worden, zouden we allemaal een gelukkiger leven leiden.

En er is een manier om ze te kennen en er is een weg naar vrijheid.

Het oude moet plaatsmaken voor het nieuwe, de waarheid moet de leugen aan het licht brengen en de waarheid, hoewel ze wordt bestreden, overwint uiteindelijk altijd.

 

 

* Dianetics: De Leidraad voor het Menselijk Verstand, voor het eerst uitgegeven in mei 1950.